Zonneschijn en windstilte? Duitse fabrieken moeten productie terugschroeven – Nieuwe groene koers onder vuur

Minister Robert Habeck wil dat Duitse fabrieken hun productie beperken als zon en wind ontbreken. Maar ondernemers waarschuwen: dit plan kan de concurrentiepositie van Duitsland ernstig schaden.

Spread the love

Stelt u zich eens voor: het is winter in Duitsland, de zon laat zich nauwelijks zien en de windmolens staan bijna stil. Precies in zo’n situatie moeten Duitse fabrieken volgens het nieuwe plan van minister Robert Habeck minder gaan produceren. Het idee moet het energienet stabiel houden, maar volgens veel ondernemers dreigt dit het hart van de Duitse economie te raken.

Afbeelding: Unsplash

Druk op de ketel voor de Duitse industrie

Duitsland, vaak gezien als het economische zwaartepunt van Europa, staat aan de vooravond van een ingrijpende energietransitie. De recente voorstellen van minister van Economische Zaken Robert Habeck hebben opnieuw voor felle discussies gezorgd. Deskundigen, ondernemers en brancheverenigingen waarschuwen massaal voor de gevolgen.

Het plan van Habeck is op papier eenvoudig: daalt de productie van zonne- en windenergie, dan moeten grote energieverbruikers – fabrikanten, staalbedrijven en bijvoorbeeld BASF – snel hun productie terugschroeven. Volgens de minister is snelle aanpassing noodzakelijk om stroomstoringen te voorkomen als duurzame energiebronnen tegenvallen.

Problemen met flexibiliteit en concurrentiekracht

Veel partijen in de industrie zijn kritisch. Ze wijzen op de afhankelijkheid van bedrijven als Siemens, Volkswagen en talloze MKB’ers van een stabiele stroomvoorziening. Het steeds aanpassen van de productie op basis van het weer zou zorgen voor onzekere inkomsten, verlies van internationale concurrentiepositie en uiteindelijk banen. Niet voor niets luiden brancheorganisaties als VNO-NCW in Nederland en de Deutsche Industrie- und Handelskammertag de noodklok.

Duitsland investeert weliswaar volop in innovatie en opslag – denk aan grootschalige batterijen van bedrijven als Northvolt bij Hamburg – maar zelfs de nieuwste tech kan piekmomenten nauwelijks opvangen. “Met het huidige net en deze technologie kun je geen complete industrie flexibel op- of afschalen”, aldus een energie-expert van Fraunhofer.

Importstroom of nucleaire comeback?

Een heikel punt blijft het Duitse energiemix. Sinds de sluiting van de laatste kerncentrales in 2023 is Duitsland voor stabiliteit aangewezen op stroom uit het buitenland. Nederland, Frankrijk en Tsjechië leveren op piekmomenten fossiele of nucleaire energie richting de Duitse grens.

Grootschalige batterijopslag biedt perspectief, maar kan – zoals specialisten van de TU Delft ook waarschuwen – (nog) niet voldoen aan de totale piekvraag. Het debat over een mogelijke terugkeer naar kernenergie laait weer op, zeker nu buurlanden als België en Zweden hun kerncentrales moderniseren. Maar in Duitsland ligt die keuze politiek nog erg gevoelig sinds de ramp van Fukushima in 2011.

Concrete oplossingen zijn nodig – en snel

Feit blijft: Duitsland kan niet blijven vertrouwen op imports van buren of hopen op eindeloze zon en wind. Een stabiele energietoekomst vraagt om moedige keuzes, investeringen in netwerken en technologie, evenals een realistische planning rondom de energiebehoefte van haar industrie.

  • Meer investeren in slimme energieopslag en netwerken
  • Hernieuwd debat over duurzame én stabiele bronnen, zoals waterstof of moderne kernenergie
  • Europese samenwerking voor leveringszekerheid en innovatie

De energiediscussie die nu in Duitsland speelt, is zonder twijfel ook relevant voor Nederland. Want afhankelijkheid van het weer raakt iedereen – van de haven in Rotterdam tot de fabrieken in Limburg. Het wordt tijd voor concrete keuzes, voordat de stroom uitvalt op hét moment dat we hem het hardst nodig hebben.

Spread the love