De Nederlandse energietransitie begint er veelbelovend uit te zien. Volgens de nieuwste cijfers van het Internationaal Energieagentschap (IEA) is er wereldwijd vorig jaar 50% meer capaciteit aan hernieuwbare bronnen geïnstalleerd dan het jaar ervoor. Dat is een tempo waar zelfs de meest optimistische beleidsmakers in Den Haag van opkijken.
Wereldwijd lijkt het klimaatdoel binnen bereik
Foto: Unsplash+
Wie de ontwikkelingen rond zonne- en windenergie volgt – of het nu gaat om nieuwe zonneparken in Flevoland of mega-windmolens bij de Maasvlakte – merkt het: de sector draait op volle toeren. Volgens het IEA rapport van 2025 is de uitvoering van de internationale doelen versneld zónder tekenen van vertraging. Sterker nog, als we dit tempo aanhouden, zijn we op weg het afgesproken doel van een verdrievoudiging van de wereldwijde hernieuwbare capaciteit in 2030 werkelijkheid te maken. Dat doel werd eind 2024 vastgesteld op de klimaattop COP28 in Dubai.
Afgelopen jaar (2023) groeide de installatie van hernieuwbare energietechniek met de helft – goed voor 510 gigawatt extra capaciteit wereldwijd. Vooral zonne-energie nam een vlucht, met maar liefst drie van de vier nieuwe installaties als fotovoltaïsche systemen. Hier in Nederland zien we die trend: wijk voor wijk worden daken vol gelegd en lokale initiatieven als Zon Op Noord trekken duizenden deelnemers.
De absolute koploper? China. Misschien niet het eerste land waar je aan denkt bij duurzaamheid, maar het land installeerde vorig jaar evenveel zonnepanelen als de rest van de wereld in heel 2022. Ook de groei bij windenergie was indrukwekkend: de capaciteit nam toe met 66%. Voor een land dat de meeste uitstoot voor z’n rekening neemt, is dat een wending met impact.
Houdt de huidige situatie stand, dan verwacht het IEA dat de wereldwijde capaciteit oploopt tot 7.300 GW in de periode 2023–2028. Het grootste deel daarvan zal bestaan uit zonne-energie en windturbines; samen zijn zij goed voor ongeveer 95% van alle nieuwe hernieuwbare installaties. Dat merken we ook lokaal: denk aan de uitbreiding van windparken op de Noordzee en de groei van bedrijven als Eneco en Vandebron die steeds meer inzetten op groen.
“Het nieuwe IEA-rapport maakt duidelijk dat hernieuwbare energie wereldwijd al op een koers zit tot 2,5 keer zo groot in 2030, als huidige beleid en marktcondities doorzetten. Om het COP28-doel van verdrievoudigen te halen zijn extra stappen nodig, maar we komen dichterbij – en overheden beschikken over de juiste middelen om het gat te dichten,”
aldus IEA-directeur Fatih Birol.
Wat betekent dit concreet voor Nederland?
- Meer lokale energieprojecten: Denk aan gezamenlijke zonnedaken in de wijk en burgercoöperaties die investeren in wind.
- Kansen voor ondernemers: Met een focus op innovatie ontstaan nieuwe markten, denk aan batterijopslag en flexibele netwerken.
- Lagere energiekosten: Door de groei van aanbod dalen de prijzen, wat ook voor de consument aantrekkelijk is.
Laten we eerlijk zijn: de uitdagingen zijn er nog, van netcongestie tot vergunningstrajecten. Maar deze cijfers tonen aan dat ambitie loont, mits we blijven samenwerken, investeren en drempels oplossen. Over een schouderklopje gesproken: wie nu inzet op hernieuwbaar, zit straks op de eerste rij.
Kleine tip: Wilt u op de hoogte blijven? Houd initiatieven van lokale energiecoöperaties en updates van RVO.nl scherp in de gaten – dit is het moment om mee te doen.
