De Nederlandse regering overweegt, net als Hongarije en Slowakije, een uitzondering aan te vragen op het Europese embargo op Russische olie. Volgens toonaangevende milieuorganisaties is dit geen verstandige zet: juist nu is het tijd om de banden met Russische fossiele energie definitief te verbreken.
Wat speelt er precies? Een blik op het olie-embargo in Europa
Sinds de Russische inval in Oekraïne heeft de Europese Unie een reeks sancties ingevoerd, waaronder een verbod op de import van Russische olie. Sommige landen – waaronder Nederland, Hongarije en Slowakije – dringen aan op een uitzondering tot eind 2024, zogenaamd om hun energieveiligheid te garanderen.
Maar volgens groene organisaties zoals Greenpeace is die uitzonderingspositie nergens voor nodig. Nederland heeft, net als veel van de Noordzee-buren, namelijk andere bronnen tot haar beschikking. Zo meldt de exploitant van de TAL-pijpleiding in Italië dat zij de leveringen onmiddellijk kan opschalen om het verlies van Russische olie te compenseren. Technologie, logistiek en raffinagecapaciteit zijn er allemaal – het probleem zit volgens experts vooral in politieke wil.
“Nog twee jaar Russische olie kopen? Dat is verspilling en schaadt het klimaat”
Het langer vasthouden aan Russische olie valt bij milieubewegingen zoals Milieudefensie en Greenpeace niet goed. Miriam Macurová van Greenpeace benoemt het hardop: “Het is pijnlijk om te zien dat Nederland in 2025 nog steeds Russische olie wil importeren. We zouden juist nu moeten versnellen richting onafhankelijkheid van fossiele brandstoffen, niet vertragen.”
Macurová benadrukt dat Nederland logistiek en technologisch klaar is om de overstap te maken. In haar visie moeten we niet simpelweg overschakelen van Russische naar een andere buitenlandse leverancier: “Echte vooruitgang is mogelijk als we radicaal minder olie gaan gebruiken – door het OV te verbeteren, goederenvervoer zoveel mogelijk over het spoor te laten lopen en kortere binnenlandse vluchten te verbieden. Zo snijdt het mes aan twee kanten: minder afhankelijkheid én minder uitstoot.”
Welke alternatieven zijn er voor Nederland?
- Uitbreiding van openbaar vervoer: Investeren in NS en regionale vervoerders als GVB, zodat forenzen vaker kiezen voor trein of bus.
- Duurzaam vrachtvervoer: Meer vracht via het spoor met bedrijven als DB Cargo, om de druk op de snelwegen én de CO2-uitstoot te verlagen.
- Verbod op korte binnenlandse vluchten: Geen vluchten meer tussen Rotterdam en Groningen, maar snellere treinen.
- Versnellen energietransitie: Meer investeren in windparken op de Noordzee en zonneparken in Flevoland.
Samenwerking in Europa is nu belangrijker dan ooit
Volgens Greenpeace-woordvoerder Lukáš Hrábek ligt de kern van het probleem bij gebrek aan samenwerking. “De aanval op Oekraïne en de druk vanuit Rusland hebben de Europese energiemarkt hard geraakt. Juist kleinere landen als Nederland zijn gebaat bij meer Europese samenwerking in energievoorziening. Zo kan Nederland profiteren van gedeelde infrastructuur, kennis en veilige toegang tot duurzame energie.”
De boodschap van de milieu-organisaties is helder: het is tijd om keuzes te maken voor de toekomst. Niet voor tijdelijke uitzonderingen, maar voor échte verandering richting een duurzame, onafhankelijke energievoorziening. Een toekomst waar Nederland met trots voor kan kiezen.