Volgend jaar opent Siemens in het Beierse Wunsiedel een ultramoderne fabriek voor de productie van groene waterstof. Dit gebeurt met behulp van stroom uit een mix van zonnepanelen en windturbines. Het doel: zowel de lokale waterstofvraag dekken als exportmogelijkheden, zoals naar Tsjechië – en wellicht op termijn ook richting de Nederlandse markt.
Waterstofhub in Wunsiedel: grootste fabriek van Duitsland
Met deze investering zet Siemens een stevige voet aan de grond in de waterstoftransitie van Zuid-Duitsland. In eerste instantie zal de fabriek jaarlijks zo’n 900 ton groene waterstof produceren, volledig aangedreven door hernieuwbare energie. Op termijn wordt die capaciteit verdubbeld tot 2.000 ton per jaar. De officiële opening van het park staat gepland voor eind 2025.
De fabriek is een joint venture van Siemens Smart Infrastructure en WUN H2 GmbH. Belangrijk: er wordt uitsluitend gebruikgemaakt van duurzame energie, dus de geproduceerde waterstof is volledig CO2-neutraal. In de startfase ligt het vermogen op zes megawatt – een flinke stap richting daadwerkelijk schone industrie.
Waarom is groene waterstof zo belangrijk voor Duitsland?
De productie in Wunsiedel past perfect in de strategie van het Beierse ministerie van Economische Zaken. Een van de speerpunten: het BayH2T-project, dat tientallen tot honderden waterstoftankstations door heel Beieren mogelijk moet maken. Zo ontstaat er een infrastructuur voor personenauto’s, vrachtwagens en bussen.
Duitsland heeft zichzelf het doel gesteld om in 2050 volledig klimaatneutraal te zijn. Steeds meer projecten zorgen voor een groeiende beschikbaarheid van fossielvrije brandstoffen. Groene waterstof, met zijn nul uitstoot, wordt gezien als de drager van de energietoekomst. Volgens de Beierse minister Hubert Aiwanger is waterstof zelfs het ‘brandstof van de toekomst’.
Meer opslag, minder afhankelijkheid: dit verandert er in de energiemarkt
De locatiekeuze voor Wunsiedel is niet toevallig. Het park laat zien hoe efficiënt groene energie – zonne- en windstroom – ingezet kan worden voor waterstofproductie. Daarbij heeft waterstof een belangrijk voordeel: het is eenvoudiger op te slaan dan elektriciteit in traditionele batterijen. Opslagmogelijkheden zijn cruciaal nu zonnepanelen en windparken een steeds groter deel van de energiemix vormen.
Toepassingen: van openbaar vervoer tot piekafvlakking in het net
Groene waterstof wordt volop getest in de mobiliteitssector – denk aan bussen in Frankfurt of goederenvervoer, maar ook als buffer voor het elektriciteitsnet. Bij dalen en pieken in de vraag springt waterstof bij, een noodzakelijke aanvulling nu het aantal hernieuwbare bronnen in Duitsland stevig groeit.
Tegelijkertijd zorgt lokale productie ervoor dat Beieren minder afhankelijk wordt van import. Siemens voorziet bovendien dat het overschot aan waterstof geëxporteerd kan worden, bijvoorbeeld naar West-Tsjechië – en wellicht in de toekomst naar de Benelux.
Kansen voor Nederland?
Ook in Nederland werken bedrijven als Gasunie, Shell en Vattenfall hard aan een waterstof-infrastructuur. De ontwikkelingen in Beieren kunnen als inspiratie dienen. Vooral de schaal en de focus op regionale samenwerking zijn interessant voor Nederlandse regio’s die hun energietransitie willen versnellen.
Een actueel feitje voor wie dit op wil volgen: de Europese samenwerking rond waterstof groeit snel. Kijk naar het initiatief van de Rotterdamse haven en het Duitse RWE, die via pijplijnverbindingen groene waterstof naar het Europese achterland willen brengen. Dit soort voorbeelden vormen de routekaart naar een schonere, veerkrachtige energietoekomst.