De Europese Unie werkt al jaren stevig aan het terugdringen van CO2-uitstoot in de auto-industrie. Nieuwe onderzoeken uit 2025 laten echter zien dat grote toeleveranciers van auto-onderdelen juist fors lobbyen tegen de klimaatplannen van Brussel.
Hoewel de druk op autofabrikanten om fossiele brandstoffen te bannen blijft groeien, ontstaan er tegenbewegingen. Diverse leveranciers, waaronder enkele met stevige wortels in Nederland, proberen met krachtige lobby de plannen voor schonere mobiliteit af te remmen. Zij vrezen vooral voor hun eigen positie in een snel veranderende markt.
Ook bedrijven met vestigingen in Nederland actief tegen strengere regels
Uit een recente analyse van de Europese denktank InfluenceMap blijkt dat een aantal sleutelspelers krachtig inzet op het afzwakken of uitstellen van het Europese beleid. In het bijzonder de Europese vereniging van auto-onderdeel leveranciers (CLEPA) en zwaargewicht Bosch komen nadrukkelijk in beeld als tegenstanders van strengere regels.
Volgens InfluenceMap spreken bedrijven vaak uit dat ze duurzaamheid en klimaat hoog in het vaandel hebben, maar gebeurt er in de praktijk minder dan beloofd. Ze zouden zich zelfs verzetten tegen verplichtingen die voortvloeien uit het Klimaatakkoord van Parijs.
“Dit onderzoek laat zien dat hoewel CLEPA en Bosch publiekelijk het belang van klimaatactie onderschrijven, hun werkelijke lobby juist probeert de Europese klimaatmaatregelen voor de transportsector te ondermijnen,” zegt Kalina Dmitriew, onderzoeker bij InfluenceMap.
CLEPA waarschuwt dat het volledig verbod op verbrandingsmotoren per 2035 tienduizenden banen kan kosten en pleit daarom voor ’technologieneutrale’ oplossingen – een duidelijke hint richting het in stand houden van de verbrandingsmotor naast de opmars van elektrische auto’s.
Ook bekende bedrijven met vestigingen in Nederland behoren tot de leden: Continental (banden), Brembo (remmen) en het van oorsprong Duitse OSRAM (verlichting) zijn actief betrokken bij de lobby.
Verzet van leveranciers deels begrijpelijk – hun bedrijfsmodel staat onder druk
De zorgen van traditionele toeleveranciers zijn begrijpelijk. Elektrische auto’s hebben simpelweg veel minder onderdelen nodig dan conventionele benzine- of dieselwagens. Dat zet de winstgevendheid van tal van toeleveranciers, zeker in maaklanden als Nederland en Duitsland, onder druk.
“Om echt iets te bereiken met de Europese klimaatplannen voor mobiliteit, moeten álle schakels in de keten meedoen – en moet er stevig worden gecontroleerd waar nodig,” aldus Kalina Dmitriew.
Wat betekent dit voor u als automobilist of ondernemer?
- De kans is groot dat traditionele auto-onderdelen duurder worden naarmate de overgang naar elektrische mobiliteit toeneemt.
- Mocht Nederland het EU-beleid volgen, dan staat de auto-industrie voor forse veranderingen, met impact op arbeid en technologische innovatie.
- Consumenten kunnen zich voorbereiden op meer elektrische oplossingen in zowel nieuw als gebruikt aanbod.
- Voor bedrijven biedt het kansen in e-mobiliteit, bijvoorbeeld in laadnetwerken, batterijtechnologie of recycling.
Verrassend feit uit 2025
Wist u dat Nederland in 2024 voor het eerst meer nieuwe elektrische auto’s registreerde dan benzinewagens? De trend is gezet, en verwacht wordt dat tweedehands EV’s snel populairder worden. Toch blijft het spannend welke koers de industrie écht gaat varen. Houd dus goed het nieuws rondom het EU-verbod op de verbrandingsmotor in de gaten – zeker als u plannen heeft voor een nieuwe auto of investering in automotive.
