EU boekt grote vooruitgang met hernieuwbare energie: doelen voor 2023 ruim gehaald

De Europese Unie produceerde in 2023 meer duurzame energie dan gepland: 22% van het totale verbruik was hernieuwbaar. Nederland boekt vooruitgang, maar Zweden en Finland zijn de echte koplopers. Alleen Frankrijk blijft achter.

Spread the love

Hernieuwbare energie is binnen de Europese Unie in 2023 in een stroomversnelling geraakt. Volgens de meest recente cijfers van Eurostat produceerden hernieuwbare bronnen vorig jaar zo’n 22% van het totale energieverbruik. Dat is 2 procentpunten meer dan de doelstelling die eerder met de Green Deal werd vastgesteld. Ook landen als Tsjechië en Slowakije voldeden aan hun nationale doelen. Opvallend: Frankrijk, dat nog altijd zwaar op kernenergie leunt, bleef juist flink achter.

Windmolens in Rijnland-Palts, Duitsland
Foto: Mark König via Unsplash

22% uit hernieuwbare bronnen: Europese Unie loopt voor op schema

Uit de gegevens van Eurostat blijkt dat het aandeel duurzame energie in 2023 ruim boven de verwachtingen lag. Dat betekent niet alleen dat de Europese lidstaten meer investeren dan ooit, maar ook dat de ambitie om tegen 2050 klimaatneutraal te worden, steeds haalbaarder wordt.

  • 22% van alle energie in de EU kwam uit hernieuwbare bronnen
  • 26 van de 27 lidstaten behaalden of overtroffen hun nationale streefgetallen
  • Landen zoals Zweden, Kroatië en Bulgarije liggen voor op schema

De groei van hernieuwbare energiebronnen in Europa, 2023

Slechts één lidstaat blijft achter

De Europese richtlijn 2009/28/EG bepaalde per land een specifiek doel voor het aandeel groene energie tegen 2023. Elk land hield rekening met de eigen situatie en het potentieel voor wind-, water- en zonnestroom. Verrassend genoeg wisten 26 van de 27 landen het doel te behalen. Frankrijk – van oudsher sterk afhankelijk van kerncentrales en minder van wind of zon – had hier juist moeite mee, en bleef 3,9 procentpunt onder de lat.

Sterke verschillen tussen Noord en Zuid

Nootwaardig: Zweden neemt een overtuigende koppositie in en genereerde vorig jaar maar liefst 60% van zijn energie vanuit duurzame bronnen. Ook Finland (44%) en Letland (42%) scoren hoog — niet toevallig landen die flink inzetten op bijvoorbeeld waterkracht. Aan de andere kant van het spectrum vinden we Malta (11%), Luxemburg (12%) en België (13%) die nu extra moeite moeten doen om bij te blijven.

Hoe doen Nederland en onze nabije buren het?

Nederland zet de afgelopen jaren flinke stappen, vooral dankzij de enorme uitrol van wind op zee en zonne-energie op daken. Maar binnen de EU zijn we nog geen koploper. Ter vergelijking: Tsjechië en Slovakije presteerden allebei boven hun doel met een aandeel van 17,3%. Dit toont aan dat ook minder grote lidstaten met gericht beleid het verschil kunnen maken.

Waar liggen de kansen voor 2025 en daarna?

De Europese trend is overduidelijk: duurzame energie-bronnen groeien harder dan ooit. Voor Nederland betekent dat vooral inzetten op innovatie: waterstof, efficiëntere windturbines en intensievere samenwerking tussen overheid en technieksector. Dit alles draagt bij aan die ene grote ambitie waar we samen aan werken: een klimaatneutrale EU in 2050.

Het loont om de ontwikkelingen te blijven volgen – of je nu ondernemer bent, betrokken burger, of gewoon nieuwsgierig naar hoe de energietransitie zich in jouw regio ontwikkelt. De komende jaren beloven hoe dan ook boeiend te worden!

Spread the love