Duitsland dreigt vast te lopen op snelle groei zonnestroom: ‘zonnestroominfarct’ waarschuwt energie-expert

De spectaculaire toename van zonnepanelen op daken in Duitsland leidt tot serieuze uitdagingen voor het elektriciteitsnet. Een ‘zonnestroominfarct’ dreigt, aldus sector-experts. Welke oplossingen zijn er – en wat kunnen Nederland en België hiervan leren?

Spread the love

In Duitsland groeit het aantal zonnepanelen op daken van woningen, bedrijfspanden en overheidsgebouwen in razendsnel tempo. Dat klinkt als een groene droom, maar volgens de directeur van een grote energieleverancier is het land niet klaar voor deze explosie – een zogenaamd ‘zonnestroominfarct’ ligt op de loer.

Foto: Unsplash

Een zonnige toekomst met een schaduwzijde

Maik Render, CEO van het iconische Nurnbergse energiebedrijf N-Ergie, luidt de noodklok. In het afgelopen jaar zijn zo veel zonnepanelen en kleine balconsystemen bijgekomen, dat de Duitse netwerken sommige dagen met enorme overschotten aan elektriciteit kampen. Opmerkelijk: op piekmomenten leidt dit niet alleen tot negatieve stroomprijzen, maar ook tot flinke uitdagingen voor het elektriciteitsnet.

De groeiende uitdaging: distributie en opslag

De kern van het probleem zit niet in de productie van zonnestroom, maar in distributie en opslag. Terwijl zonneparken als paddestoelen uit de grond schieten, blijven opslagcapaciteit en infrastructuur achter. Tijdens zonnige dagen produceren panelen vaak meer energie dan de vraag, wat overbelasting van het netwerk kan veroorzaken. Vooral regio’s als Noordrijn-Westfalen en delen van Beieren, waar zonnepanelen aan een opmars bezig zijn, raken hierop steeds vaker overbelast – er is simpelweg te weinig mogelijkheid om overtollige stroom op te slaan of over te hevelen.

Duitsland als zonne-energieland: succes met een prijs

Duitsland was jarenlang Europees koploper in zonne-energie en inspireerde daarmee zelfs steden als Utrecht en Amsterdam om in zonneparken te investeren. Maar Render benadrukt: met name in de zomermaanden zien we situaties waarin het aanbod zonnestroom de vraag ruimschoots overschrijdt, zonder effectieve opties om deze energie op te slaan of op een later moment te gebruiken. Dit surplus kan – als er niet snel geïnvesteerd wordt – resulteren in storingen of zelfs lokale black-outs.

Waarom het huidige net faalt

Het Nederlandse systeem kent vergelijkbare hobbels: traditionele energiecentrales produceerden flexibel, op basis van verwachte vraag. Zonnepanelen leveren echter stroom zodra de zon schijnt – onafhankelijk van het daadwerkelijke verbruik. Dat betekent grillige pieken en dalen, die de netwerkbeheerders flink onder druk zetten. Wordt er op een zonnige dag teveel stroom opgewekt, dan moet het overvolle net ineens verwerken – tot het niet meer kan.

Netinstabiliteit: een echt risico

Die schommelingen zijn geen detail. Als zonneparken en daken massaal stroom leveren, neemt de druk op het netwerk toe. Daalt het zonnige weer plotseling, dan zakt de toevoer net zo snel weg. Zulke plotselinge veranderingen maken het systeem kwetsbaar. Zonder snelle balans met opslag of flexibele centrale opwek, kunnen storingen ontstaan.

Welke oplossingen zijn in zicht?

  • Uitbreiden van batterijopslag: Grootschalige batterijparken zouden piekproductie kunnen bufferen en later vrijgeven. Momenteel zijn die echter nog prijzig en beperkt in capaciteit.
  • Digitalisering van het netwerk: Met slimme netwerken – denk aan software die productie en vraag voorspelt en automatisch bijstuurt – kunnen overschotten efficiënter richting buurregio’s als Noord-Holland of Zuid-Limburg worden gestuurd. Die innovatie staat echter nog in de kinderschoenen.

Wat doet de Duitse overheid?

De federale regering heeft inmiddels extra miljarden vrijgemaakt om batterijprojecten te versnellen en netversterking (zoals nieuwe hoogspanningsleidingen) te realiseren. Maar de fundamentele vraag blijft nog open: lukt het om de infrastructuur net zo snel te laten groeien als het aantal zonnepanelen?

Regionale verschillen vragen om samenwerking

Energieregulering blijft een lappendeken: in bijvoorbeeld Sleeswijk-Holstein zijn zonnepanelen bijna de norm, terwijl delen van de voormalige DDR nog amper zijn aangesloten. Experts adviseren dat lokale en landelijke overheden meer moeten samenwerken om investeringen in netversterking slim te verdelen.

De essentie voor Nederland en België

Ook in onze regio zien we de uitdaging van netcongestie. Projecten zoals Smart Solar Charging in Utrecht en de plannen van Alliander laten zien dat proactieve digitalisering, opslag en samenwerking tussen gemeenten onmisbaar zijn. Wie zelf zonnepanelen heeft, volgt het Duitse debat dus niet voor niets. De energietransitie vraagt om meer dan panelen op het dak – zonder krachtige infrastructuur en slimme sturing kan de zonnige vooruitgang onverwacht omslaan.

Spread the love