In Nederlandse bossen werd vorig jaar 32,58 miljoen m3 hout geoogst, maar er ontstonden ook duizenden hectares nieuwe bossen

Volgens het rapport van het Ministerie van Landbouw werd in 2024 in Nederlandse bossen 32,58 miljoen m3 hout gekapt door onder meer schorskevers. Maar er kwamen ook recordaantallen nieuwe bossen bij. Lees hier hoe deze ontwikkelingen samenhangen.

Spread the love

Volgens het jaarlijkse rapport van het Ministerie van Landbouw over de toestand van de bossen in Nederland, werd er in 2024 maar liefst 32,58 miljoen m3 hout gekapt. De grootste boosdoener? De letterzetter, oftewel de schorskever, blijft de belangrijkste reden voor het kappen van bomen. Toch was er ook goed nieuws: er werden recordaantallen jonge bomen geplant en nieuwe bossen aangelegd.

Houtoogst: enorme aantallen en onverwachte uitdagingen

Sinds 2020 kent de houtoogst in Nederland een opvallende stijging. Het meeste hout dat gekapt werd, viel onder zogenoemde calamiteitshoutkap: denk aan stormschade, sneeuwbreuk, ziekten en – vooral – aantasting door de schorskever. Inmiddels maakt rond de 95% van het geoogste hout deel uit van deze onvoorziene kap.

Ter vergelijking: vóór het uitbreken van de recente keverplaag (in 2015) lag de jaarlijkse houtkap op ongeveer de helft van het huidige volume. Het laat zien hoe sterk onze bossen onder druk staan.

De schorskever brengt boseigenaren flinke zorgen

Voor boseigenaren betekenen de schorskeverplagen niet alleen een ecologische, maar ook een economische ramp. Zij zijn namelijk wettelijk verplicht om aangetaste bomen te verwijderen om verdere verspreiding te voorkomen.

Maar met zoveel beschadigd hout groeit ook de werkdruk: er zijn meer mensen én machines nodig, terwijl deze door de omvang van de calamiteit steeds moeilijker te krijgen zijn. Dat betekent: fors hogere kosten en een logistieke puzzel.

En dan speelt de markt niet in hun voordeel mee: de houtprijs staat onder druk door het gigantische aanbod uit aangetaste bossen. Vooral voor sparrenhout – het meest getroffen – is het vrijwel onmogelijk om afnemers te vinden. Dit brengt extra financiële onzekerheden met zich mee voor eigenaars, inclusief gemeenten, natuurorganisaties en particulieren.

Nieuwe aanplant zorgt voor meer biodiversiteit

Naast de uitdagingen is er ook een hoopvol signaal. Door de nieuwe aanplant zien we een duidelijke toename van biodiversiteit. Loofbomen krijgen steeds meer de overhand, wat het Nederlandse bos weerbaarder maakt en het aanzicht transformeert.

In 2024 alleen al kwamen er ruim 34.000 hectare nieuw bos bij – een flinke groei vergeleken met de 25.320 hectare in 2018. Ook lokale initiatieven zoals “Meer Bomen Nu” en gemeenteprojecten in Brabant en Gelderland dragen hieraan bij.

Uitdagingen van nu, kansen voor de toekomst

Hoewel de situatie nu kritiek lijkt, zitten er op termijn ook voordelen aan deze vernieuwing. Met meer (en diversere) soorten bomen kan het bos klimaatbestendiger en gezonder worden. Loofbomen, bijvoorbeeld de zomereik en beuk, zijn beter bestand tegen hittegolven en extremere neerslag.

Vorig jaar zijn er meer dan 111 miljoen jonge loofbomen geplant. Dat is niet alleen goed voor de ecologie, maar ook voor de generaties na ons. Toch blijft beleid en steun van de overheid essentieel voor boseigenaren: investeringen in herstel en onderhoud zijn onmisbaar om de huidige positieve trend voort te zetten.

Defensie ziet het belang van gezonde bossen

Bossen die in beheer zijn van Defensie vormen een bijzonder geval. Denk aan de uitgebreide oefenterreinen op de Veluwe, waar nauwelijks publiek komt en de natuur vrij spel krijgt. Hierdoor hebben zich in sommige van deze bossen unieke soorten dieren en planten ontwikkeld die nergens anders in Nederland voorkomen. De bescherming van deze natuurgebieden verdient bijzondere aandacht én eerlijke financiële ondersteuning.

Spread the love