De sluiting van kerncentrales in Duitsland, die na het ongeluk in Fukushima in stroomversnelling kwam, blijkt tegenwoordig flink in de papieren te lopen. Voor het compenseren van de exploitanten en hun gemiste winst betaalt de Duitse overheid in 2025 meer dan 2,5 miljard euro, oftewel ruim 66 miljard kronen. Een pittige prijs voor de kernuitstap, en de discussie rond energievoorziening laait opnieuw op.
Kerncentrale Krümmel – ooit symbool van Duitse atoomenergie
Juridisch touwtrekken kost miljarden
De kernuitstap van Duitsland is niet zonder slag of stoot gegaan. Bedrijven zoals E.ON, EnBW, Vattenfall en RWE probeerden via de rechter hun misgelopen inkomsten te verhalen. Zij hadden immers jarenlang fors geïnvesteerd in hun centrales en zagen die inkomsten plotseling verdampen na de politieke beslissing van Angela Merkel om kernenergie versneld uit te faseren.
Na jaren van rechtszaken kwam in 2025 eindelijk een akkoord: de bedrijven krijgen gezamenlijk meer dan 2,5 miljard euro. Hiervoor komt een speciale wet die de compensatie mogelijk maakt — een oplossing waar vooral Duitse belastingbetalers waarschijnlijk hun mening over hebben.
Hoe de rechtbank de overheid terugfloot
Al in 2016 oordeelde het Bundesverfassungsgericht in Karlsruhe dat de plotselinge sluiting van kerncentrales indruiste tegen de eigendomsrechten van de exploitanten. De eerste compensatie van 1 miljard euro vond de rechter “onvoldoende”. Kabinet Scholz moest over de brug komen met een bedrag dat marktconform was. Inmiddels lijkt er eindelijk een streep onder te kunnen, al kostte deze kernuitstap dus aanzienlijk meer dan aanvankelijk gedacht.
Duitsers willen geen kernenergie, maar kopen het wel uit het buitenland
Toen Duitsland aan de energiewende begon, draaiden er nog zeventien kerncentrales — samen goed voor een kwart van het nationale stroomverbruik. De sluiting betekende onder andere dat Duitsland meer stroom moest gaan kopen bij de buren: Nederland, Frankrijk en ja, ook Tsjechië. Ironisch genoeg is een flink deel van die geïmporteerde stroom afkomstig uit kernenergie.
De omschakeling naar groene stroom gaat door in Duitsland; elk jaar neemt het aandeel zonne-, wind- en waterkracht toe. Maar zelfs in 2025 is duidelijk dat het stroomnet onder druk staat door de wisselvalligheid van duurzame bronnen. Wie ‘s winters recent een energierekening op de mat kreeg, zal dit herkennen.
De oplossing? Nog sneller investeren in vernieuwing! Toch zal het sluiten van centrales ook in de komende jaren effect hebben, want Duitsland verwacht na 2025 zo goed als geen kernenergie meer in het net te stoppen.
Buurlanden bouwen juist bij — en zijn kritisch op Berlijn
Tsjechië kiest ondertussen bewust voor uitbreiding van zijn kernenergiecapaciteit. Dat botst met de wensen van Duitsland en Oostenrijk, waar maatschappelijk protest tegen kernenergie nog altijd stevig klinkt. Vooral Oostenrijkse actiegroepen zijn actief om Tsjechische plannen te dwarsbomen, maar voorlopig lijkt Praag niet van plan te stoppen.
Wat betekent dit voor u als Nederlander?
- De energiemarkt blijft Europa-breed sterk met elkaar verweven. Ook Nederlandse stroomprijzen reageren direct op veranderingen in Duitsland.
- Groene energie mag dan prioriteit zijn, zeker in de Randstad zien we dat aansluiting op het net (netcongestie) nog steeds problemen oplevert.
- Politieke keuzes in Berlijn en Den Haag vormen samen het decor voor onze energierekening — en mogelijke investeringskansen in bijvoorbeeld waterstofprojecten in Rotterdam of windparken op de Noordzee.
De kernuitstap van Duitsland laat zien dat grote keuzes in energiebeleid jaren doorwerken, juridische consequenties hebben en direct voelbaar zijn voor bedrijven en consumenten. Goed om te volgen, want de toekomst van onze stroomvoorziening staat nooit stil.