In een ingrijpende stap voor de geschiedenis van de ruimtevaart heeft NASA aangekondigd dat het International Space Station (ISS) uiterlijk in 2035 zal worden uitgefaseerd. De iconische ruimtemissie wordt dan naar het zogenoemde ‘ruimtegerf’ in de Zuidelijke Oceaan gestuurd. Na ruim drie decennia onderzoeksondersteuning in een baan om de aarde ontstaat zo ruimte voor commerciële stations van onder meer SpaceX en Blue Origin. Ook landen als Rusland en China hebben grote plannen voor hun eigen stations.
Foto: NASA, publieke domein [IMAGE1]
Het einde van het ISS: een nieuw tijdperk in zicht
Het ISS werd in 1998 gelanceerd en was oorspronkelijk ontworpen voor een levensduur van 15 jaar. Maar Nederlands wetenschappelijk talent – ja, ook wij leveren volop bijdragen! – heeft geholpen de levensduur aanzienlijk te verlengen. Tegen 2035 heeft het ISS ruim 35 jaar dienstgedaan als laboratorium voor internationale astronauten van NASA, ESA, Roscosmos, JAXA en CSA.
NASA-experts schatten nu in dat het station onlangs zijn limiet heeft bereikt. Met elke gekoppelde module of bevoorradingsvlucht neemt de druk op de constructie toe, en de ouderdom begint te wegen op cruciale delen van het platform. Scheurtjes, kleine lekkages en slijtage zijn niet langer incidenteel, maar structureel. Het is daarom niet vreemd dat NASA – gesteund door Europese ruimtevaartpartners, waaronder het Nederlandse bedrijf Airbus Defence and Space Netherlands – kiest voor een gecontroleerde terugtocht.
Wat gebeurt er met het ISS?
Het plan: delen van het ISS worden na 2035 in een lage baan tot ontbranding gebracht. De restanten dalen gecontroleerd neer boven Point Nemo, het meest afgelegen stukje oceaan ter wereld. Dit ‘ruimtegerf’ herbergt al resten van tientallen oude satellieten en modules. Opmerkelijk: het totale gewicht van de ISS is vandaag meer dan 420 ton – een indrukwekkend staaltje internationale samenwerking dat straks op de bodem van de Pacifische Oceaan rust.
Zoals Robyn Gates, directeur van het ISS-programma bij NASA, het treffend zegt: “Het ISS begint aan zijn derde en meest productieve decennium als pionier in wetenschappelijk onderzoek en technologische innovatie in microzwaartekracht.” En daar sluit ik me als ruimtevaartfan helemaal bij aan.
Nieuwe spelers op het toneel: commercie en geopolitiek
- Commerciële stations maken hun intrede. Tegen het einde van het ISS worden er steeds meer privémodules aan het station gekoppeld, bijvoorbeeld die van SpaceX van Elon Musk.
- Na de afscheiding zullen deze modules samen met initiatieven van bijvoorbeeld Blue Origin van Jeff Bezos uitgroeien tot afzonderlijke commerciële ruimteplatforms. NASA ziet commercie als sleutel tot verdere innovatie en koopt straks ‘labruimte’ in, in plaats van volledig eigen stations aan te sturen.
- Europa en Nederland blijven betrokken. ESA (met grondstations in Noordwijk en Leiden) heeft zich als vaste partner opgeworpen – en ook Nederlandse technologie zal te vinden zijn in de nieuwe generatie modules en experimenten.
Wat doen Rusland en China?
Rusland werkt aan een eigen toekomstig ruimtestation, na decennia samenwerking op het ISS. Ondertussen breidt China zijn Tiangong-station gestaag uit; sinds 2022 cirkelt het rond de aarde met een groeiende bemanning en ambitie. Internationale competitie is voelbaar – en dat maakt de komende jaren juist zo fascinerend voor ruimtevaartliefhebbers in Nederland.
Wat betekent dit voor u?
- Meer kansen voor Nederlandse bedrijven en wetenschappers. Met de opkomst van commerciële stations komen er nieuwe contracten en samenwerkingen – bedrijven als Airbus DS NL, TNO en universiteiten kunnen volop meedoen.
- Onderzoek dichter bij huis. Nederlandse experimenten krijgen op nieuwe stations makkelijker een plekje – van medische proeven tot baanbrekende technologieën.
- Voor nieuwsgierige Nederlanders: via ESA kan men wellicht in de toekomst vaker ‘live mee’ experimenten volgen of zelfs meedoen aan burgerwetenschapsprojecten.
De komende tien jaar worden dus ongekend spannend. Het einde van het ISS markeert niet alleen het slot van een tijdperk, maar opende de deur naar een nieuwe fase waarin de ruimte toegankelijker – zelfs voor Nederland – dan ooit lijkt te worden.
Blijf de ontwikkelingen volgen, deel dit artikel met een mede-ruimtevaartliefhebber, en wie weet ligt de volgende grote Europese ontdekking straks in het nieuwe station om de hoek.