Franse bedrijven ontwikkelen recyclebare wieken voor windturbines

Franse bedrijven werken samen aan volledig recyclebare windturbinewieken. Met innovatieve materialen willen ze voorkomen dat miljoenen tonnen afval op de stort belanden. Welke impact heeft dit op de Nederlandse energietransitie?

Spread the love

In Nederland zijn we de enorme windparken langs de kust en op de Noordzee inmiddels gewend. Maar wat gebeurt er eigenlijk met al die imposante turbinebladen aan het einde van hun levensduur? Franse bedrijven slaan de handen ineen om daar een duurzaam antwoord op te geven: volledig recyclebare wieken voor windturbines.

Windturbines zijn het iconische gezicht geworden van de groene energietransitie, ook hier in Flevoland en Zeeland. Maar achter dit schone imago schuilt een hardnekkig afvalprobleem. De meeste turbinebladen zijn gemaakt van bijzonder stevige materialen – vaak een mix van harsen, glasvezel en soms koolstofvezel – om de extremen van het Nederlandse weer te doorstaan. Juist die mix maakt ze echter vrijwel niet te recyclen.

De afvalberg: 43 miljoen ton turbinebladen in 2050?

Volgens recente schattingen zou er wereldwijd tot 2050 wel 43 miljoen ton aan afgedankte windturbinewieken kunnen ontstaan. Nu al verdwijnen veel versleten bladen op de afvalstort. Eerlijk is eerlijk: dat past niet bij de duurzame ambities van Nederland of Europa.

Hier wil het Franse ZEBRA-consortium – een samenwerking van onderzoeksinstellingen en bedrijven – verandering in brengen. Hun missie: een volledig circulaire windturbinewiek ontwikkelen, die na gebruik opnieuw als grondstof kan dienen.

De techniek: afscheid van glasvezel en hars?

Momenteel bestaat het grootste deel van een windturbine uit staal, wat goed te recyclen is dankzij bestaande ketens, bijvoorbeeld bij Tata Steel in IJmuiden. Het échte probleem zit hem in het overgebleven deel: de wieken zelf, opgebouwd uit glasvezel en kunsthars. Juist daar richt het ZEBRA-project zich op. Ze testen nu nieuwe materialen die wél opnieuw te gebruiken zijn, zonder de belasting voor het milieu.

Niet alleen wind – ook zonnepanelen worden afval

Het recyclingvraagstuk beperkt zich trouwens niet tot windturbines. Ook zonnepanelen, waarvan de oudste generaties zo’n twintig jaar geleden massaal zijn geïnstalleerd (denk aan de eerste grootschalige zonnepanelen op daken in bijvoorbeeld Amersfoort of Groningen), bereiken nu het einde van hun levensduur. Dit levert nú al een nieuwe stroom afval op, waarvoor slimme circulaire oplossingen broodnodig zijn.

Hoe raakt dit Nederland?

Vooral als u actief bent in de duurzame sector, is het verstandig de ontwikkelingen rondom recyclebare wieken op de voet te volgen. Gemeenten en provincies investeren immers fors in windenergie. En met de groei van het aantal windparken op onder meer de Maasvlakte en in de polder, neemt de urgentie van deze problematiek toe. Innovatiepartnerschappen met Europese bedrijven als die van het Franse ZEBRA-consortium kunnen een inspiratiebron zijn voor Nederlandse producenten en recyclers.

  • Afvalbeperking: Minder stort betekent minder milieudruk en een sterker circulair systeem.
  • Kansen voor recyclingbedrijven: Nieuwe technologieën vragen om nieuwe expertise en creëren werkgelegenheid.
  • Internationale samenwerking: Europese aanpak versnelt innovatie – en zorgt dat Nederland niet achterblijft.

Conclusie: de wind blijft duurzaam waaien

De overgang van groene energie vraagt om een visie die verder gaat dan alleen energieproductie. Het is veelbelovend om te zien dat Franse bedrijven het voortouw nemen in het ontwikkelen van circulaire oplossingen voor turbinewieken. Hopelijk volgt Nederland spoedig met vergelijkbare initiatieven, zodat windenergie écht groen blijft, van productie tot het einde van de levenscyclus.

Spread the love